Basisschoolkind
Hoe krijgt je kind zelfvertrouwen? mood picture

Hoe krijgt je kind zelfvertrouwen?

Zelfvertrouwen is iets dat je kind moet opbouwen. Als ouder speel je hierbij een belangrijke rol. Hoe geef je je kind meer zelfvertrouwen? Wat doe je als je kind verlegen of onzeker is?

Wat is zelfvertrouwen?

Zelfvertrouwen is voelen dat je iets waard bent. En voelen dat anderen van je houden om wie je bent. Een kind met zelfvertrouwen voelt zich goed. En durft dingen uit te proberen. Zelfvertrouwen heb je niet vanzelf. Elk kind moet het opbouwen.

Hoe geef je je kind meer zelfvertrouwen?

Als ouder ben je belangrijk voor je kind. Daarom zijn jouw reacties op wat je kind doet ook belangrijk. Je kind is daar heel gevoelig voor. Zeker als je die reacties vaak herhaalt. Wat kun je doen om je kind meer zelfvertrouwen te geven?

Reageer positief

Laat je kind weten welk gedrag je fijn vindt. Geef niet alleen complimenten als iets goed gelukt is. Geef ook complimenten over hoe je kind zijn of haar best heeft gedaan. Bijvoorbeeld hoe hard je kind leerde voor school, trainde voor een wedstrijd of leuke spelletjes bedacht voor zijn kleine neefje.
Het gaat niet om hoge cijfers of een wedstrijd winnen, maar om wat je kind ervoor deed. Leg de nadruk op oefenen en je best doen. Dat geeft zelfvertrouwen. Ook is het belangrijk of je kind ergens plezier in heeft. Vraag dus ook hoe je kind het vond om iets te doen.

Maak duidelijke complimenten

Geef complimenten over wat je kind doet of probeert. Bijvoorbeeld: ‘Wat heb je een mooie trui uitgekozen’. ‘Wat heb je lekker lang gevoetbald’.

Je hoeft niet alles geweldig te vinden. Als je over iedere tekening juicht, is het net of je hem of haar niet serieus neemt. Je kunt wel bijvoorbeeld zeggen: ‘Wat heb je vandaag mooie kleuren gebruikt. Ik zie dat je nu ook armen aan het poppetje hebt getekend: dat heb je goed geoefend!’

Geef complimenten over proberen en durven

Geef je kind ook complimenten als hij of zij iets probeert dat mislukt. Reageer positief: ‘Je hebt hartstikke goed je best gedaan!’ Daarmee moedig je het kind aan om het nog eens te proberen. Geef het goede voorbeeld: laat je kind zien dat jou ook niet alles meteen lukt. En dat je het dan blijft proberen.

Geef ook complimentjes als je kind iets dappers doet. Bijvoorbeeld als je kind bang is voor de tandarts, maar toch meegaat.

Toon echte interesse

Luister naar wat je kind vertelt en geef echte aandacht. Toon interesse in wat hij of zij meemaakt en belangrijk vindt. Je hoeft er geen mening over te hebben, leef en denk vooral mee. Neem de gevoelens van je kind serieus. Laat merken dat je begrijpt hoe hij of zij zich voelt. Je rot voelen en fouten maken mag. Probeer samen te bedenken hoe je kind dingen anders kan doen.

Kijk wat past bij jouw kind

Kijk goed naar hoe jouw kind is. Waar heeft je kind behoefte aan? Waar wordt hij of zij blij van? Dat zijn niet altijd dezelfde dingen als waar jij behoefte aan hebt. Verwacht geen dingen die niet bij je kind passen of die te moeilijk zijn. Kinderen krijgen dan het gevoel dat ze niet goed genoeg zijn. Misschien kun jij goed muziek maken, maar vindt je kind buiten spelen met vriendjes leuker.

Mopper niet te veel

Mopper niet te veel op je kind. Je kind kan het gevoel krijgen dat hij of zij niet goed genoeg is. Leg niet de nadruk op wat je kind niet kan en niet doet. Maar kijk wat wel goed gaat. En geef positieve tips als iets beter kan. Bijvoorbeeld: ‘Goed dat je zelf je lunchpakket hebt gemaakt. Wil je de volgende keer ook het brood opruimen?’

Laat je kind zien dat niet alles goed hoeft te gaan. Lach samen, met elkaar en om elkaar als er iets fout gaat. Bijvoorbeeld als je melk over de rand van je beker schenkt.

Wees voorzichtig met dingen verwachten van je kind

Wees voorzichtig met complimenten zoals ‘jij bent slim’ of ‘jij bent mooi’. Je kind kan dan faalangst krijgen. En denkt dat hij of zij altijd zo moet zijn. Een kind gaat dan eerder dingen niet doen, om de druk niet te voelen.

Vergelijk je kind niet

Vergelijk je kind niet met anderen. Dus niet: jij doet het beter dan andere kinderen van je leeftijd. Of: jij kan dit en dat beter dan je broer. Zeg het wel als je kind iets beter doet dan de vorige keer. Je kind leert dan om zich met zichzelf te vergelijken. Haalt je kind de beste cijfers van de klas? Ook dan is het handiger om rustig te zeggen dat je dat fijn voor hem vindt. En niet overdreven enthousiast te worden.

Stimuleer zelfstandig worden

Laat je kind zoveel mogelijk zelf doen. Zo geef je hem of haar de kans om zelfstandig te worden. Geef een compliment als een kind iets voor het eerst zelf probeert. Geef je kind taken die passen bij de leeftijd.
Lees hoe je je kind kunt helpen zelfstandiger te worden.

In dit filmpje vertelt Fiona hoe je je kind kunt helpen meer zelfvertrouwen te krijgen en weerbaarder te worden:

De youtube video wordt niet getoond omdat de cookies niet zijn geaccepteerd. Ga naar https://www.youtube-nocookie.com/embed/OoWOq3KIqiI?rel=0 om hem alsnog te bekijken.

Wat doe je als je kind onzeker of verlegen is?

Merk je dat je kind onzeker of verlegen is? En daarom dingen niet doet? Of vraagt je kind vaak of hij of zij het wel goed doet? Heeft je kind moeite met kritiek of doet je kind opvallend stoer of grappig?
Geef dan extra positieve aandacht en werk aan het zelfvertrouwen.
Meer tips? Lees hoe je je verlegen kind kunt helpen.

Is je kind zo onzeker dat het zich terugtrekt en liever geen contact heeft met andere kinderen? Vraag dan om advies bij de jeugdgezondheidszorg. Zij kennen de ontwikkeling van je kind en kunnen je helpen en tips geven.